Mariakapel in de Vleut

MariakapelCentraal in het historische buurtschap de Vleut bevindt zich op een driehoekig grasveldje, omgeven door mooie bomen de Maria Assumptakapel. Op de voorgevel staat het opschrift ’Ave Maria’. Het is een eenvoudig rechthoekig bakstenen gebouwtje met zadeldak en toegangspoort. Het aanwezige Mariabeeld is afkomstig uit de gesloopte kerk van de Noordhoek te Tilburg.
Architect van deze kapel was de Bestenaar Karel Olfers. De bewoners van buurtschap de Vleut en de Katholieke Actie bouwden dit monument in 1950 als dankkapel omdat de buurt tijdens de 2e Wereldoorlog grotendeels gespaard is gebleven. De nieuwe kapel werd op 15 augustus 1950 door pastoor A. Swagemakers in gezegend. Jaarlijks wordt op zondag rond 15 augustus, het feest van Maria ten Hemelopneming, een openluchtmis opgedragen waartoe het natuurstenen altaar voor de kapel wordt gebruikt. Ook vinden hier gezamenlijke gebedsdiensten plaats bij feestelijkheden of overlijden en ziekte van bewoners. Midden december wordt voor de kapel een kerststal gebouwd met grote beelden en dieren. Honderden mensen, ook uit de verre omtrek, bezoeken dan de kerststal. De kapel wordt onderhouden door de buurtverenigingen Schans, Klaverhoek en de Vleut. In 2012 kreeg de Mariakapel de status van gemeentelijk monument.
Buurtbewoners kochten in 1951 een mariabeeld, dat later een beeltenis bleek te zijn van Maria Onbevlekte Ontvangenis. Na enige tijd kwam pastoor Swagemakers hier achter en liet het beeld verwijderen en kocht zelf een beeld van Maria ten Hemelopneming. In april 1977 werd het beeld zwaar beschadigd door onbekenden maar kon worden hersteld. Op 23 april 1983 werd het beeld gestolen. Dit beeld werd vervangen door een beeld dat bij een antiekzaak in Tilburg werd gekocht. In 1983 kreeg de kapel een door pastoor Duffhauss ontworpen kruisweg.
De oorspronkelijke naam “Maria Assumpta” werd in 1993 vervangen door de naam “Ave Maria”.
In 1989 werd de renovatie van de kapel afgesloten tijdens een mis door bisschop Mgr. Ter Schure van Den Bosch.

Meer is te lezen in het boek “Thuis in Best” pag 199