Tricotbest

TricobestIn 1926 besloot Frida Willems de Koning om, naast de steenfabriek en de handel in bouwmaterialen, een tricotbreierij te beginnen. Ze kocht een breimachine en liet deze installeren in de schuur achter het huis is de Dorpstraat (thans Hoofdstraat). Het was een zogenaamde rondbreimachine waarmee gemoltonneerd ondergoed werd gemaakt, waar veel vraag naar was. Zo ontstond de firma “De Bestsche tricotweverij A. Willems – De Koning”. De tijd was gunstig omdat er een importbeperking was op textiel.  De zoon van Frida, Cor Willems, zat in Enschede op de textielschool. Hij kwam in Best werken. Na enige tijd kwamen de broers Sjef en Toon het bedrijf versterken.

Het bedrijf groeide snel en na twee jaar kwam er een naaiinrichting en ververij bij. De firma werd omgezet in de N.V. De Bestsche Tricotweverij, waarbij Cor tot directeur werd benoemd. Men ging nu ook onderjurken en kinderjurkjes maken.  Frida overleed in 1932 waarbij Cor het alleen voor het zeggen kreeg. Men bleef uitbreiden totdat de oude houtwerf achter het huis helemaal was volgebouwd.

In 1933 werd een fabriek geopend in Budel waar men poloshirts maakten. In 1934 werden nieuwe cotton-breimachines aangeschaft waarmee zijden kousen gemaakt konden worden. Een jaar later werden ook zogenaamde “Engelse overhemden” geproduceerd. Cor Willems liet een grote villa aan de Boschdijk bouwen, die “De Rode Haan” werd genoemd.

Bij de bevrijding van Best in 1944 liep de fabriek grote schade op. Via de Marshal hulpprogramma kreeg men de mogelijkheid om een nieuwe fabriekshal te bouwen en 12 nieuwe breimachines aan te schaffen. In 1947 werd begonnen met de productie van nylonkousen. Het aantal personeelsleden liep op tot circa 400. De fabriek had een eigen winkeltje waar tweedekeusartikelen werden verkocht. In de kantine van het bedrijf werden veel dansavonden en culturele voorstellingen georganiseerd. Door de concurrentie met de Bata was het lastig om aan personeel te komen. Er werden bussen ingezet om personeel op te halen in Oirschot en Sint Oedenrode. In 1966 verschenen de eerste echte buitenlanders, toen 75 Turken werden aangetrokken. Naast de fabriek in Best werden er fabrieken geopend in Roosteren, Sittard, Tilburg, Neerpelt, Leopoldsburg en zelf Zuid-Afrika.

Rond 1960 kwamen katoenen badpakken in de mode. Tricotbest sprong hierop in. Men begon zelf de elastische garens te produceren. Medio 1962 droeg Cor de leiding over aan zijn zoon Frans, die inmiddels 6 jaar ervaring had opgedaan in het bedrijf in Zuid-Afrika. Cor Willems werd in de loop der jaren benoemd tot ereburger van Best, Ridder in de orde van Gregorius de Grote en Officier in de Orde van Oranje Nassau.

Door nieuwe ontwikkelingen nam de concurrentie enorm toe. De verkopen liepen snel terug en groepen personeel werden ontslagen. In 1971 werd het bedrijf daarom overgedaan aan het grote Duitse kousenconcern Schulte Dieckhoff en werd er een Duitse directeur aangesteld. In 1972 kwam een eind aan de productie in Best en bleef er slechts een verkoopkantoor over in de Hoofdstraat en later aan de St. Antoniusweg en daarna nog aan de Industrieweg.