Batadorp

BatafabriekIn 1933 kocht de Tsjechische schoenmakersfamilie Batá het Breeven in Best om een nieuwe fabriek te stichten. Men koos voor Best vanwege de lage grondprijs en de aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten. Ook de gunstige verkeerssituatie (de aanwezigheid van het Wilhelminakanaal, het Beatrixkanaal en spoorwegen) speelde bij de keuze een rol. Men bouwde er in 1933 een fabriek die een exacte kopie was van de hoofdvestiging te Zlín. Bata bezat toen al 28 schoenwinkels en dit aantal nam toe tot 150 in 1961. Veel Bata winkels hadden een eigen schoenreparatiewerkplaats en een pedicureafdeling. In Best werden dames-, heren- en kinderschoenen, maar ook sportschoenen geproduceerd.

BatawoningBata liet de wijk bouwen, opdat de medewerkers dichtbij de fabriek konden wonen. Er werden 130 woningen gebouwd, alsmede scholen, een medische dienst en een kapsalon. Bata bouwde wel meer van dergelijke dorpen, overal ter wereld waar het bedrijf vestigingen had. Doordat een brug ontbrak lag Batadorp betrekkelijk geïsoleerd van Best. Orde en netheid werd door Bata op prijs gesteld. Naar verluidt zouden de huizen in dit dorp platte daken hebben; op zolders zou toch alleen maar rommel worden opgeslagen. De arbeiders mochten geen klompen dragen: het alternatief werd door Bata zelf geproduceerd. De eis tot hygiëne ontstond in een tijd dat de werkgever bepaalde wat zijn werknemers nodig hadden en wat goed voor hen was, maar resulteerde wel in een voorzieningenniveau dat zijn tijd ver vooruit was. Tot de bedrijfsbemoeienis behoorde ook het oprichten van sportverenigingen, een toneelvereniging, een fanfare en een vrijwilligersbrandweercorps.

winkels BatadorpHet Batadorp was de eerste projectmatige uitbreiding van Best. De wijk was heel bijzonder in die tijd. De straten, huizen en winkels waren eigendom van Bata. Bij de ingang van het dorp werden slagbomen aangebracht, die elk jaar op 31 december voor 24 uur werden gesloten om de eigendomsrechten te verzekeren. In Best werd dan ook gesproken over de Batakolonie. De huizen waren toen al allemaal voorzien van elektriciteit, gas- en waterleiding. Er waren geasfalteerde straten, straatlantaarns, trottoirs en straatnamen en het afvalwater werd afgevoerd door een riolering. Er waren veel voorzieningen zoals een kapper, een restaurant, een bar, een Edah-winkel en een bioscoop.

BatabrugNa een aantal jaren werd er een houten voetbrug aangelegd, zodat het isolement enigszins werd doorbroken. Aan het eind van de 2e Wereldoorlog werd de brug door de Duitsers in brand gestoken. Op 6 december 1947 werd er een nieuwe ijzeren brug over het Wilhelminakanaal geopend door burgemeester Notermans, waardoor het Batadorp veel toegankelijker werd voor iedereen. De Tsjechische mensen konden na de oorlog niet meer terug naar hun vaderland omdat de Russen daar de baas waren. Na de oorlog steeg de vraag naar schoeisel enorm en het personeelsbestand groeide naar 2.500 arbeiders.

Vanaf de jaren ’60 van de 20e eeuw verdween de schoenenproductie naar lage-lonenlanden en werd Batadorp in 1978 aan de gemeente Best verkocht. Het winkelnetwerk verdween eveneens. De laatste Batawinkel werd in 1996 gesloten, op de fabriekswinkel na. De oorspronkelijke bebouwing van Batadorp is nu als industrieel erfgoed een historische bezienswaardigheid.
De fabriek bleef echter, in afgeslankte vorm, bestaan. Deze behoort nu tot de in 1970 opgerichte divisie: Bata Industrials, die speciaal schoeisel maakt, zoals veiligheidsschoenen. Het hoofdkwartier van de wereldwijd opererende divisie bevindt zich te Best. Ze beschikte in 2008 over 160 medewerkers die jaarlijks 900.000 paar veiligheidsschoenen en 1 miljoen paar veiligheidskousen produceerden.