Boerderij “Burghoef”

BurghoefDe onder de buurtschap Aarle met adres Hoefweg 4, gelegen boerderij Burghoef is een van de oudste nog bestaande gebouwen in Best. Onderzoek wijst uit dat de boerderij reeds in 1630 bewoond was. De huidige langgevelboerderij (woonhuis – koestal – schuur) heeft, zover is na te gaan, niet steeds deze vorm gehad. Oorspronkelijk was er sprake van een z.g. Kempische boerderij, bestaande uit woonhuis en koestal, terwijl de schuur elders op het erf was geplaatst. Het woonhuis bestond uit een woon- en werkgedeelte, elk met een grote schouw. Het woongedeelte bevatte “d’n herd” (ruimte met schouw) met aan de ene kant kelder en opkamer en aan de andere kant een kleine kamer. In het werkgedeelte bevond zich de geut (natte hoek).

Een relatief eenvoudig huis uit die tijd bestond niet uit kostbare baksteen maar de muren bestonden uit gevlochten takken, bestreken met leem, “fitselstek” genoemd. Slechts kelder en schouw waren van steen.
Als metselspecie voor kelder en schouw is grijze leem gebruikt. Toen de fitselstek voor binnen en buitenmuren in de loop van de jaren werd vervangen door baksteen (veldovensteen) werd gewerkt met gele leem. Beide soorten leem zijn te vinden in de bodem van de naaste omgeving van het huis. Voor een veldoven werden gedroogte leemsteken gestapeld in de vorm van een oven. Hierin werd gedurende enige weken dag en nacht vuur gestookt. Hoe dichter het vuur, hoe harder de steen. Het materiaal, waarop de schouw gefundeerd is, is lange tijd een raadsel geweest. Na jaren werd duidelijk dat dit bestaat uit fijngeklopt ijzeroer, dat hier in de omgeving in de grond zit.

In 1972 werd begonnen met de restauratie van de boerderij. Getracht is zoveel mogelijk de situatie terug te brengen, waarin het pand zich in de jaren dertig bevond. Zo’n restauratie met bijbehorend onderzoek is een heel avontuur. Bij het afbikken van de muren kwamen verschillende vroegere verbouwingen aan het licht. Zo bleek o.a. dat d’n herd vergroot was door de korte gevel naar buiten te verplaatsen. Ter plekke van de oude gevel werd onder de vloer een keurig lemen fundament aangetroffen. Binnen dit fundament ligt de vloer op pure heidegrond. Er buiten was de grond veel zwarter (mest) met daarin een groot aantal potscherven. Ook aan de dakconstructie is te zien dat de boerderij oorspronkelijk korter is geweest. Deze verlenging heeft waarschijnlijk plaats gevonden in 1789, welk jaartal vele jaren op de gevel heeft gestaan. In de muur ter hoogte van het lemen fundament is een muntje gevonden uit 1785. In die tijd was het gewoonte om bij de bouw een munt in te metselen.

De schoorsteen van de dubbele schouw is vroeger ingestort of misschien afgebroken, waarbij het gedeelte in d’n herd gespaard is gebleven. Dat stuk is weer opgetrokken. In de werkruimte is de schouw verdwenen. In de binnenmuren, die indertijd als vervanging van de fitselstek zijn gebouwd, werden veel oude schoorsteen-stenen aangetroffen. Ter plaatse van de oorspronkelijke schouw in het werkgedeelte bevindt zich een bakoven, welke gestookt werd vanuit de schouw in d’n herd.

Ten oosten van het woonhuis ligt een gebouwtje dat vrijwel zeker een bakhuis is geweest. Hier heeft eerder het broodbakken plaatsgevonden.
Een bakhuis bevindt zich, vanwege de in Nederland veel voorkomende westenwind, vrijwel altijd aan de oostzijde van het huis in verband met brandgevaar.

Zoals al eerder vermeld is de boerderij op een zeker tijdstip verlengd met een schuur. Deze verbouwing heeft plaats gevonden vóór 1875, daar op de kadasterkaart van Best van dat jaar de boerderij reeds als langgeveltype is aangegeven. De losstaande schuur was toen al verdwenen.

Dit verslag is opgesteld door Rob Boerlage.