In januari 1900 werd de statuten vastgesteld van een leenbank in Best. Op 7 februari 1900 volgde het Koninklijk Besluit. De eerste algemene vergadering van de Boerenleenbank vond plaats op 16 maart 1900 in de openbare school en waren er 35 boeren als lid geregistreerd. Boeren konden spaargeld  inleggen en leningen opnemen tegen veel lagere rente dan de particuliere geldschieters. Hoofdonderwijzer Adrianus van der Vleuten was de eerste kassier en hield spreekuur van de schoolmeesterswoning. In 1901 was er 23.796 gulden ingebracht maar slechts 950 uitgeleend omdat de boeren zich schaamde om geld te lenen. Vanaf 1903 werden de vergaderingen gehouden in het Odulphushuis.

In 1917 werd Adrianus ven der Vleuten als kassier opgevolgd door Piet van de Sande. Het huis van Piet van de Sande werd tijdens de bevrijding van Best totaal vernield. In 1949 volgde Lambert van de Sande zijn vader op als kassier. Na de oorlog vestigde de Boerenleenbank zich na enige omzwervingen in het kleine huisje Hoofdstraat 12, dat voorheen eigendom was van Dien Spierings. Omdat het kleine huisje totaal ongeschikt was om als kantoor te dienen, betrok de bank eind 1955 een ruimte in een kamertje in het Odulphushuis.

Na de oorlog maakte de bank een stormachtige groei door, omdat ook winkeliers en middenstanders leningen vroegen.  In 1955 werd begonnen aan de bouw van een bankgebouw aan de Kerkstraat. Op 25 april 1957 werd de nieuwe bank officieel geopend. In 1965 werd het pand verder uitgebreid en verfraaid. De heropening was op woensdag 13 oktober 1965.

Op 4 april 1961 werd een dependance van de Boerenleenbank geopend aan de Koningin Julianaweg in het Wilhelminadorp. Pastoor J. Duffhauss van de parochie St. Antonius zegende het gebouw in en burgemeester Notermans opende de kluis. Hiermee werd een van de hoogtepunten van het 60-jarig van de Boerenleenbank in Best afgesloten.

 

 

Meer informatie kunt u vinden in het boek “Te Best Wart” pag 323