Sint Odulphusgilde

Er is niet precies bekend wanneer het gilde is opgericht. In 1491 werd het gilde al genoemd in een overeenkomst in relatie tot de Odulphuskapel in Best. In 1531 kreeg men van de kwartierschout van Oirschot een nieuwe “caert”. In dit reglement zijn regels opgesteld voor een schuttersgilde. Het is geen militaire organisatie maar gebruiken wel voorwerpen en titels die in legerkringen voorkomen.
Het gilde ging een stand vormen tussen de adel en het gewone volk. Men ging de adel na-apen om meer aanzien en status te verkrijgen. Er werd wijn gedronken en chique kleding gedragen en bij het boogschieten werden titels als koning en keizer ingevoerd. Selectie vond plaats door eisen te stellen aan kleding en geldelijke bijdragen, waarbij ook afkomst en familie belangrijk waren om toe te kunnen treden. De Beste Odulphusgilde is een schuttersgilde dat gebruik maakt van de voetboog, dat men voor het genoegen schiet. Bij het schieten moet een plaat geraakt worden op een 28 meter hoge schutsboom. De gildedag van de Odulphusgilde is op de eerste maandag op of na de feestdag van Sint Odulphus (12 juni).

Het bestuur van de gilde wordt de “Overheid” genoemd en de voorzitter draagt de titel “Hopman” en de overige leden van de “Overheid”zijn “Dekens”. Om lid te worden moet men gevraagd worden door de Hopman en later volgt een stemming door de leden.

Om de drie jaar vindt het Koningschieten plaats. Bij de schietwedstrijd wordt een houten vogel op de schutsboom geplaatst. De schutter die het laatste stuk van de houten vogel schiet, draagt drie jaar de titel van Koning. Wie drie maal koning is geworden, mag de eretitel Keizer dragen. Hiervoor moet hij wel wachten tot de vorige Keizer is vertrokken of is overleden.  Tot die tijd is hij “Wachtende Keizer”. Een Koning is verplicht een schild te laten maken van zilver met daarop het jaar van Koningschap en vaak iets over het beroep van de schenker. Bij officiële gelegenheden worden deze schilden gedragen door de Dekens.

Meer is te lezen in het boek “Thuis in Best”, hoofdstuk 19