Bernardus Beekmans werd bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1946 postuum benoemd tot Ridder der vierde klasse der Militaire Willemsorde. Hij werd geboren in Best op 12 oktober 1907. Op 18 mei 1932 trouwde hij met Catharina Vorstenbosch en werd hij vader van drie kinderen. Vanwege de oorlogsdreiging werd hij op 28 augustus 1939 opgeroepen voor de mobilisatie. Hij was ingedeeld bij het 17e grensbataljon toen op 10 mei 1940 de Duitse troepen Nederland binnenvielen. Hij sneuvelde in een van de vier kazematten in Wessem.
De reden voor de toekenning van de hoge onderscheiding wordt op het ridderdiploma als volgt omschreven:
“Heeft zich in den strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden door bij een vijandelijke aanval op het Maasvak te Wessem op 10 mei 1940 alleen op zijn post te blijven in kazemat S1, hoewel de rest van de kazematbezetting was gevlucht; heeft het vuur op den over de Maas trekkende vijand voortgezet, niettegenstaande alle overige automatische wapens van de compagnie door den vijand tot zwijgen waren gebracht en na ’s vijands overgang de verdediging voortgezet, totdat de kazemat in den rug werd aangevallen en buiten gevecht werd gesteld, waarbij hij sneuvelde.”
Hij werd begraven op de militaire erebegraafplaats De Grebbenberg bij Rhenen. Zijn naam is ook vermeld op het oorlogsmonument in het Kruispark in Best.
Meer is te lezen in Thuis in Best pag 71